Ontstaansgeschiedenis van de Fanfares in de Lage Landen
Fanfares bestaan in Vlaanderen en de rest van de Benelux al meer dan 150 jaar. Ze zijn één van de belangrijkste tradities in onze streken in het gebied van de amateurkunsten, samen met de harmonieorkesten, drumbands, zangkoren, toneelverenigingen enz. De meeste van deze amateurkunstvormen treft men aan over de hele wereld, maar het fanfareorkest is speciaal, specifiek voor de Lage Landen.
In vele dorpen en gemeente spelen de fanfares tot op de dag van vandaag een belangrijke rol in het gemeenschapsleven. De muziekverenigingen verzorgen concerten, luisteren misvieringen en andere plechtigheden zoals de herdenking van Wapenstilstand op en werken mee aan carnavalsoptochten, processies en dorpsfeesten. Maar naast het sociale is er ook het muzikale aspect. Al meer dan 100 jaar worden er wedstrijden of "concours" georganiseerd waarin de fanfares zich laten beoordelen door professionele jury's. Deze wedstrijden sporen de verenigingen aan een steeds hoger muzikaal niveau na te streven.
Een groot deel van de nu nog bestaande fanfareorkesten hebben een geschiedenis die teruggaat tot in de negentiende eeuw. In die tijd ontstonden overal op het Vlaamse platteland muziekverenigingen. De dorpsbewoners konden immers niet naar de symfonische orkesten gaan luisteren zoals in de steden, maar toch hoorden ze graag populaire klassieke deuntjes. Radio en platenspelers bestonden uiteraard nog niet... en dus zat er maar één ding op: zelf muziek maken. Aanvankelijk ontstonden er vooral zangkoren. Later, in de tweede helft van de eeuw, schakelde men in veel van deze verenigingen over op koper- en houtblaasinstrumenten. Dit was onder andere mogelijk geworden door de industriële revolutie, waardoor deze instrumenten beter, gemakkelijker produceerbaar en bovendien goedkoper waren geworden.
Harmonies, fanfares en brass bandsUit deze muziekverenigingen, die geen vaste bezetting hadden, evolueerden de twee orkestvormen die typisch zijn voor de Lage Landen: de "harmonie" en de "fanfare". Het belangrijkste verschil tussen beide is het soort instrumenten dat er gebruikt wordt: Een harmonie bevat slagwerk, koperblazers, saxofoons en klassieke "orkestrale" houten blaasinstrumenten (dwarsfluit, klarinet, hobo, fagot). De belangrijkste melodieën worden gespeeld door de klarinetgroep. Eenfanfare daarentegen bevat uit de houtblazersgroep enkel de saxofoon, met daarnaast de koperblazers en slagwerkers. De melodieën worden dus niet gespeeld op klarinet, maar wel op bugel (of "flugelhorn").
In het Verenigd Koninkrijk vond er een gelijkaardige evolutie plaats. Daar ontstond de typische Britse "brass band", die volledig uit koperblazers bestaat (dus ook zonder saxofoons). Bovendien is het melodie instrument van een brass band niet de bugel, maar wel de cornet, waardoor het geheel een helderdere klank krijgt, in tegenstelling tot de eerdere donkere klanken van de bugels en saxen in een fanfareorkest. Vanaf de jaren ´70 kreeg het fenomeen brass band ook in Vlaanderen een zekere bekendheid en sinds de jaren '90 werden er steeds meer brass bands opgericht, of bestaande fanfares schakelden over naar brass band bezetting.
De drie orkestvormen samen, "harmonies, fanfares en brassbands", worden tegenwoordig ook wel afgekort tot "hafabra-orkesten". Naar de overheid toe zijn zij verenigd in "VLAMO", de Vlaamse Amateurmuziek Organisatie, waaronder nog een aantal andere orkestvormen vallen, zoals percussie-ensembles, mars- en showbands en accordeonorkesten.
Samenstelling van het fanfareorkest
We weten al dat het fanfareorkest bestaat uit koperblazers, saxen en slagwerkers, maar de officiële bezetting van een fanfare, met een lijst van instrumenten en aantallen per instrumentengroep, is nooit vastgelegd. Doorheen de jaren is er ook een zekere evolutie opgetreden. Bepaalde instrumenten, zoals de Es-bugel, zijn verdwenen. Cornetten en althoorns werden op vele plaatsen vervangen door trompetten en F-hoorns, maar in sommige streken worden ze nog veelvuldig gebruikt. In recente jaren lijkt er zich een gelijkaardige evolutie af te spelen met de bariton ten voordele van de euphonium. Sommige zeldzame instrumenten tenslotte worden enkel gebruikt door de orkesten die in de hoogste afdelingen gerangschikt zijn (bv. sopranino-sax, bas-sax of picollo-trompet).
Sopraninosaxofoon - Sopraansaxofoon - Altsaxofoon - Tenorsaxofoon - Baritonsaxofoon - Bassaxofoon
Soprano Cornet (Es) - Bugels - Trompetten - Dubbele hoorns (F)
Alttrombone - Tenortrombone - Bastrombone
Euphonium - Bariton
Es Bas - Bes Bas - C Bas - F bas
Percussie (uitlopend)
Aanvullende instrumenten: Basgitaar - Harp - Piano
Cursief gedrukte instrumenten zijn optioneel (meestal enkel voor orkesten uit de hoogste afdelingen)
In vele dorpen en gemeente spelen de fanfares tot op de dag van vandaag een belangrijke rol in het gemeenschapsleven. De muziekverenigingen verzorgen concerten, luisteren misvieringen en andere plechtigheden zoals de herdenking van Wapenstilstand op en werken mee aan carnavalsoptochten, processies en dorpsfeesten. Maar naast het sociale is er ook het muzikale aspect. Al meer dan 100 jaar worden er wedstrijden of "concours" georganiseerd waarin de fanfares zich laten beoordelen door professionele jury's. Deze wedstrijden sporen de verenigingen aan een steeds hoger muzikaal niveau na te streven.
Een groot deel van de nu nog bestaande fanfareorkesten hebben een geschiedenis die teruggaat tot in de negentiende eeuw. In die tijd ontstonden overal op het Vlaamse platteland muziekverenigingen. De dorpsbewoners konden immers niet naar de symfonische orkesten gaan luisteren zoals in de steden, maar toch hoorden ze graag populaire klassieke deuntjes. Radio en platenspelers bestonden uiteraard nog niet... en dus zat er maar één ding op: zelf muziek maken. Aanvankelijk ontstonden er vooral zangkoren. Later, in de tweede helft van de eeuw, schakelde men in veel van deze verenigingen over op koper- en houtblaasinstrumenten. Dit was onder andere mogelijk geworden door de industriële revolutie, waardoor deze instrumenten beter, gemakkelijker produceerbaar en bovendien goedkoper waren geworden.
Harmonies, fanfares en brass bandsUit deze muziekverenigingen, die geen vaste bezetting hadden, evolueerden de twee orkestvormen die typisch zijn voor de Lage Landen: de "harmonie" en de "fanfare". Het belangrijkste verschil tussen beide is het soort instrumenten dat er gebruikt wordt: Een harmonie bevat slagwerk, koperblazers, saxofoons en klassieke "orkestrale" houten blaasinstrumenten (dwarsfluit, klarinet, hobo, fagot). De belangrijkste melodieën worden gespeeld door de klarinetgroep. Eenfanfare daarentegen bevat uit de houtblazersgroep enkel de saxofoon, met daarnaast de koperblazers en slagwerkers. De melodieën worden dus niet gespeeld op klarinet, maar wel op bugel (of "flugelhorn").
In het Verenigd Koninkrijk vond er een gelijkaardige evolutie plaats. Daar ontstond de typische Britse "brass band", die volledig uit koperblazers bestaat (dus ook zonder saxofoons). Bovendien is het melodie instrument van een brass band niet de bugel, maar wel de cornet, waardoor het geheel een helderdere klank krijgt, in tegenstelling tot de eerdere donkere klanken van de bugels en saxen in een fanfareorkest. Vanaf de jaren ´70 kreeg het fenomeen brass band ook in Vlaanderen een zekere bekendheid en sinds de jaren '90 werden er steeds meer brass bands opgericht, of bestaande fanfares schakelden over naar brass band bezetting.
De drie orkestvormen samen, "harmonies, fanfares en brassbands", worden tegenwoordig ook wel afgekort tot "hafabra-orkesten". Naar de overheid toe zijn zij verenigd in "VLAMO", de Vlaamse Amateurmuziek Organisatie, waaronder nog een aantal andere orkestvormen vallen, zoals percussie-ensembles, mars- en showbands en accordeonorkesten.
Samenstelling van het fanfareorkest
We weten al dat het fanfareorkest bestaat uit koperblazers, saxen en slagwerkers, maar de officiële bezetting van een fanfare, met een lijst van instrumenten en aantallen per instrumentengroep, is nooit vastgelegd. Doorheen de jaren is er ook een zekere evolutie opgetreden. Bepaalde instrumenten, zoals de Es-bugel, zijn verdwenen. Cornetten en althoorns werden op vele plaatsen vervangen door trompetten en F-hoorns, maar in sommige streken worden ze nog veelvuldig gebruikt. In recente jaren lijkt er zich een gelijkaardige evolutie af te spelen met de bariton ten voordele van de euphonium. Sommige zeldzame instrumenten tenslotte worden enkel gebruikt door de orkesten die in de hoogste afdelingen gerangschikt zijn (bv. sopranino-sax, bas-sax of picollo-trompet).
Sopraninosaxofoon - Sopraansaxofoon - Altsaxofoon - Tenorsaxofoon - Baritonsaxofoon - Bassaxofoon
Soprano Cornet (Es) - Bugels - Trompetten - Dubbele hoorns (F)
Alttrombone - Tenortrombone - Bastrombone
Euphonium - Bariton
Es Bas - Bes Bas - C Bas - F bas
Percussie (uitlopend)
Aanvullende instrumenten: Basgitaar - Harp - Piano
Cursief gedrukte instrumenten zijn optioneel (meestal enkel voor orkesten uit de hoogste afdelingen)